PISA-2018

Scholieren vormen de toekomst

PISA monitort elke drie jaar de prestaties van leerlingen wereldwijd in leesvaardigheid, wiskunde en natuurwetenschappen. Hoe goed zijn zij voorbereid op hun rol in onze maatschappij?

Eind 2019 verschenen de resultaten van PISA-2018. Bekijk een overzicht van de belangrijkste resultaten in deze interactieve infographic of bekijk alle resultaten en download het rapport ‘Resultaten PISA-2018 in vogelvlucht’.

Eind 2020 verschenen vier nieuwe rapporten die dieper ingaan op de resultaten van PISA-2018 op het gebied van leesvaardigheid, welbevinden, kansenongelijkheid en toetsgedrag.

Op deze pagina vindt u deze rapporten en bijbehorende video’s.

— Leesvaardigheid —

Een kwart van onze 15-jarigen loopt risico op laaggeletterdheid

Een kwart van de 15-jarigen loopt risico op laaggeletterdheid. Leerlingen hebben vooral moeite met het begrijpen en evalueren van teksten. De gevolgen hiervan zie je in onze animatie.

Vicieuze cirkel lager leesplezier en lagere leesvaardigheid

Hoe lager het leesplezier, hoe minder er wordt gelezen, en hoe lager de leesvaardigheid – en hoe minder leesplezier. Deze vicieuze cirkel is zorgwekkend. Herkenbaar op jouw school? Bekijk de animatie.

Opmerkelijke verschillen jongens en meisjes

Er is een opmerkelijk verschil tussen jongens en meisjes: meisjes lezen beter en voelen zich ook meer competent dan jongens, maar rapporteren tegelijkertijd ook dat ze lezen moeilijker vinden. Meisjes lijken zich ook in het algemeen meer zorgen te maken over falen dan jongens.

Verdiepend rapport over leesvaardigheid

In dit verdiepend rapport gaan we verder in op het leesplezier, zelfbeeld bij het lezen en leesgedrag van 15-jarigen.

Niet alleen de leesvaardigheid is de afgelopen jaren gedaald. Het leesplezier van Nederlandse leerlingen is ook afgenomen ten opzichte van 2009. Bovendien zijn Nederlandse leerlingen minder gaan lezen. Ook in Vlaanderen en Duitsland zien we een daling van het leesplezier en leesgedrag onder 15-jarige leerlingen. Duitse en Vlaamse leerlingen scoren gemiddeld wel hoger op leesvaardigheid dan Nederlandse leerlingen.

Door de grote overeenkomsten met buurlanden in (de daling in) leesplezier, zelfbeeld en leesgedrag lijkt het relevant om krachten te bundelen en van elkaar te leren in het stimuleren van leesplezier, zelfbeeld, leesgedrag en leesvaardigheid. Daarnaast dienen leesplezier en leesvaardigheid in elkaars verlengde te worden gezien. Een daling in leesplezier gaat hand in hand met een daling in leesvaardigheid, en vice versa. Dat betekent dat het belangrijk is om een gecombineerde en preventieve aanpak te kiezen in een poging het tij te keren.

Lees het volledige rapport hier.

— Welbevinden —

Nederlandse leerlingen zijn gelukkig en voelen zich gesteund door hun ouders

Vergeleken met 15-jarigen in omringende landen zijn Nederlandse 15-jarigen gelukkiger, maken zich minder zorgen als ze falen en worden minder gepest op school. Maar meisjes zijn wat minder gelukkig en maken zich meer zorgen dan jongens.

Geluk van Nederlandse scholieren is onafhankelijk van schoolprestaties

Nederlandse scholieren zijn in de basis gelukkig – onafhankelijk van hun schoolprestaties. Dat is een fijne boodschap! Bekijk de animatie.

Meisjes: hoge scores, maar laag zelfvertrouwen

Waarom hebben onze meiden minder zelfvertrouwen als ze hoger scoren? Of leidt (te) veel zelfvertrouwen tot lagere prestaties? Bekijk de animatie.

Verdiepend rapport over welbevinden

Nederlandse 15-jarigen behoren tot de gelukkigste van de wereld. Dit was een van de conclusies van het overzichtsrapport van PISA-2018 van afgelopen december. In PISA-2018 De verdieping: Het welbevinden van 15-jarigen wordt een verdere inkijk gegeven in hoe onze 15-jarigen tegen hun leven aankijken.

Vergeleken met omringende landen zijn Nederlandse 15-jarigen niet alleen gelukkiger, ze maken zich minder zorgen als ze falen en worden ook minder gepest op school. Meer dan 90% voelt zich gesteund door hun ouders. Nederlandse leerlingen hebben wel minder vertrouwen in hun zelfredzaamheid in geval van moeilijke situaties.

Meisjes vinden hun leven iets minder betekenisvol, schatten hun zelfredzaamheid lager in en maken zich meer zorgen over de gevolgen van falen dan jongens. Dit is opmerkelijk omdat ze gelijk of zelfs beter dan jongens op de PISA-toets presteren. Het rapport laat dan ook zien dat betere presteerders niet per definitie ook gelukkiger zijn. De belangrijkste conclusie van dit rapport is echter dat meisjes zich onderschatten en dat ze meer kunnen dan ze denken.

Lees het volledige rapport hier.

— Kansenongelijkheid —

Kansenongelijkheid op Nederlandse scholen neemt toe

De kansenongelijkheid tussen leerlingen loopt op. Een deel van hen heeft geen of beperkte toegang tot financiële, educatieve en culturele hulpbronnen om schoolse vaardigheden te ontwikkelen. Wat kun je hieraan doen als school? Bekijk de animatie.

Kansenongelijkheid onderwijs neemt toe

Kansenongelijkheid in het voortgezet onderwijs neemt op alle fronten toe. Op een uitzondering na: meiden met een migratie-achtergrond halen deels hun achterstand in wiskunde en natuurwetenschappen in op meiden zonder migratie-achtergrond.

Thuisomgeving bepalend in onderwijsachterstand

Onderwijsachterstanden spelen vooral een grote rol bij leerlingen met laagopgeleide ouders en/of een migratie-achtergrond. Gebrekkige hulpbronnen in de thuisomgeving maken dat je minder kans hebt om schoolse vaardigheden te ontwikkelen.

Verdiepend rapport over kansenongelijkheid

Dit rapport laat zien dat de kansenongelijkheid in het voortgezet onderwijs is toegenomen.

Het ouderlijk opleidingsniveau en de migratieachtergrond bepalen in sterke mate de prestaties en de onderwijspositie van 15-jarige leerlingen. Leerlingen met hoogopgeleide ouders hebben meer onderwijssucces dan leerlingen met laagopgeleide ouders en leerlingen met een migratieachtergrond doen het minder goed in het voortgezet onderwijs dan leerlingen zonder migratieachtergrond. Deze kansenongelijkheid is groter geworden in de periode 2003-2018.

De ongelijkheid kan voor een belangrijk deel worden verklaard uit de ongelijke beschikking van leerlingen over educatieve hulpmiddelen, culturele bezittingen en welvaart in de thuisomgeving. Leerlingen met hoogopgeleide ouders of zonder migratieachtergrond beschikken over meer ouderlijke hulpbronnen die hen vooruithelpen in hun onderwijsloopbaan dan leerlingen met laagopgeleide ouders of met migratieachtergrond. Hier ligt dus een belangrijke sleutel voor het bestrijden van de kansenongelijkheid. Ouders, scholen en de overheid kunnen hieraan alle drie een bijdrage leveren.

Lees het volledige rapport hier.

— Toetsgedrag —

Verdiepend rapport toetsgedrag

In dit verdiepend rapport gaan we verder in op het toetsgedrag van leerlingen.

Het toetsgedrag van Nederlandse leerlingen springt wat een aantal aspecten betreft er uit ten opzichte van het toetsgedrag van hun leeftijdgenoten in omliggende landen. Zo besteden Nederlandse leerlingen relatief weinig tijd aan de opgaven en geven slechts in een gering aantal gevallen geen antwoord op de vragen in de toets. Tegelijkertijd presteren Nederlandse leerlingen relatief gezien wel goed in vergelijking met de andere landen.

In dit onderzoek gaan we nader in op de verschillen in toetsgedrag van leerlingen in Denemarken, Duitsland, Groot-Brittannië, Nederland, Noorwegen, Vlaanderen en Zweden. We doen dit door deze landen te vergelijken op motivatie, responstijd, toetsconcentratie en het percentage niet-ingevulde vragen.

Lees het volledige rapport hier.

— — — — — — — — —

Nieuwsgierig naar alle PISA-resultaten?

Bekijk hier alle rapporten van eerdere jaren.

Meer weten over PISA?

Scholen worden willekeurig door PISA uitgekozen om mee te doen. Is uw school benaderd en wilt u meer weten of bent u geïnteresseerd in wat wij doen?

Laat het ons weten!

 

 


    Deze gegevens worden niet aan derden verstrekt en alleen door PISA-Nederland gebruikt.

    Word lid van onze LinkedIn-groep PISA Nederland

    Blijf op de hoogte van nieuwe informatie over de prestaties van Nederlandse scholieren en praat mee over dit onderwerp.